Wind en windrichting

Wat is wind eigenlijk?

Wind is lucht die zich verplaatst. De lucht verplaatst zich van een plek waar veel lucht is (hoge drukgebied), naar een plek waar weinig lucht is (lage drukgebied). Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait. Als het lage drukgebied is opgevuld gaat de wind liggen. Het stopt dan met waaien.

Weerstations meten de wind met anemometers. Dit is een soort molentje met vier halve bolletjes die ronddraaien.

Luchtdruk

Lucht weegt niet veel, 1 liter lucht weegt 1,3 gram (dat is minder dan een halve theelepel suiker). Tel je de hele dikte van de dampkring mee, dan is het toch een behoorlijk gewicht. Een luchtkolom in de atmosfeer heeft een gewicht en veroorzaakt daardoor een druk op het aardoppervlak. Dit is voor het eerst gemeten met kwik. De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. Tegenwoordig is de eenheid hectoPascal (hPa) of millibar. Het weerstation van de molen meet in hPa. Het weer wordt bepaald door de ligging van hoge- en lagedrukgebieden. Deze zorgen voor luchtstromingen in de atmosfeer, circulaties genoemd. Lees er meer over op deze pagina.

Windsnelheid

De snelheid van de wind wordt bepaald door het verschil in de luchtdruk. Hoe groter het verschil, hoe harder het waait. Hoe hard het waait druk je meestal uit in Beaufort (Bf). De schaal gaat van 0 tot 12. Maar ook wordt de wind gemeten in meter per seconde (m/s). In deze tabel kun je beide maten vergelijken. Het weerstation op de molen gebruikt Bf, maar de gegevens van het weerstation op internet zijn in m/s. Je hebt deze tabel dus nodig om de gegevens om te kunnen zetten.

Kracht in
Beaufort
(Bf) *
BenamingWindgemiddelde
snelheid over
10 minuten (m/sec)
Windgemiddelde
snelheid over
10 minuten (km/u)
Uitwerking boven land en bij mens
0stil0-0,20-1rook stijgt recht of bijna recht omhoog
1zwak0,3-1,51-5windrichting goed af te leiden uit rookpluimen
2zwak1,6-3,36-11wind merkbaar in gezicht
3matig3,4-5,412-19stof waait op
4matig5,5-7,920-28haar in de war, kleding flappert
5vrij krachtig8,0-10,729-38opwaaiend stof hinderlijk voor de ogen, gekuifde golven op meren en kanalen en vuilcontainers waaien om
6krachtig10,8-13,839-49paraplu’s met moeite vast te houden
7hard13,9-17,150-61lastig tegen de wind in te lopen of fietsen
8stormachtig17,2-20,762-74voortbewegen zeer moeilijk
9storm20,8-24,475-88schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg, kinderen waaien om
10zware storm24,5-28,489-102grote schade aan gebouwen, volwassenen waaien om
11zeer zware storm28,5-32,6103-117enorme schade aan bossen
12orkaan>32,6>117verwoestingen
* De windkracht volgens Beaufort wordt bepaald uit het gemiddelde van de windsnelheid over 10 minuten.

Om onze molen te kunnen laten draaien, is wind nodig. Vanaf ongeveer windkracht 2 kan de molen draaien, met zeilen er voor om extra wind te kunnen vangen. Vanaf ongeveer windkracht 4 kan de molen graan malen. Daar is meer windkracht voor nodig omdat het laten draaien van de molenstenen, met graan ertussen, veel meer weerstand geeft. Vanaf ongeveer windkracht 6 is het te gevaarlijk om de molen te laten draaien omdat het dan te hard waait.

Windrichting

Ook de windrichting is belangrijk. De wieken moeten goed recht op de wind staan om de wind zo goed mogelijk te kunnen vangen. De kap met staart en wieken kunnen hiervoor in de juiste positie gezet worden. De molenaar bepaalt dus voordat hij gaat draaien uit welke richting de wind komt.

In Nederland komt de wind vaak uit het zuidwesten. De lucht gaat dan dus van zuidwest (daar is hoge druk) naar noordoost (daar is lage druk). De windroos hieronder laat zien welke windrichtingen er zijn. Het weerstation op de molen gebruik ook zo’n windroos. Voor een uitleg van de afkortingen kijk je op deze pagina. Of je bekijkt het filmpje.